
Ik geef het toe: ik ben verslaafd aan etiketten voor mijn kinderen. Ik spaar ze. Gewone kinderen zijn mij namelijk te saai.
Die hebben vriendjes. Die lezen boeken. Bij gym worden ze als eerste gekozen. In de klas kunnen ze goed mee en op het schoolplein zijn ze populair. Wees reëel: welke ouder wil dat nou voor zijn kind?
Ik niet
Bij ons thuis lezen we tijdens de maaltijd voor uit de DSM, de bijbel van de psychiatrie, waarin alle aandoeningen waarachtig staan beschreven. Deel 1, 2, 3 en 4 hebben we al verslonden. We zijn nu toe aan deel 5. En het blijft spannend: elke keer verzinnen ze weer iets nieuws.
Na het eten moeten de kinderen verplicht kwartetten. ‘Heb jij voor mij uit de categorie Ernstige Psychiatrische Aandoeningen schizofrenie? Dankjewel. En mag ik van jou dan óók nog anorexia?’ We wrijven het ze namelijk goed in, dat ze niet gewoon zijn. We vallen ze er de godganse dag mee lastig.
Net als met medicijnen
Kun je niet vroeg genoeg mee beginnen, is mijn stelling.
Dat komt: ik ben een vriend van de farmaceutische industrie. Hoe meer die verdienen, hoe gelukkiger ik ben.
Ik vind het jammer dat de zorgverzekeraars mij nooit rekeningen sturen van hoeveel die pillen nou precies kosten. Dan kon ik nóg trotser zijn op hoeveel ik aan ze bijdraag. Helaas heeft de overheid dat niet verplicht gesteld, toen ze het Ziekenfonds afschaften.
Een kind zonder pillen is eigenlijk geen kind, vind ik.
En een béétje kind heeft op zijn minst ADHD.
Ik bedoel: anders tel je toch nauwelijks mee, tegenwoordig.
Vroeger had je dat niet, nee. Je had ook geen linkshandigen. De meester bond hun linkerhand gewoon vast aan de stoel, tot ze met rechts konden schrijven. Dyslexie had je ook niet. Wie dat had was vroeger gewóón dom, die ging naar de Mulo. Een kind met autisme kreeg klappen, een kind met ADHD ging naar de LTS of anders moest ‘ie maar naar zee. Pedofilie had je vroeger evenmin, want niemand had het er ooit over.
De dingen bestaan pas als ze een naam krijgen. Stom dat ze die vroeger niet hadden. Echt een gemiste kans.
Tegenwoordig kunnen we kiezen, wij ouders. En wat mij betreft: hoe meer etiketjes, hoe liever.
We bedenken het natuurlijk niet helemáál zelf
We worden opgestookt door de psychiatrie. Die psychiaters hebben anders niks te doen. Het is een beroepsgroep die zijn eigen werk creëert. Dus hoe meer patiënten, hoe liever.
Stel je voor dat zij er niet waren.
Dan moesten we het weer zonder al die extra aandacht stellen.
Dan moesten we participeren met onze buren, familie en vrienden. Die zouden dan weer gaan ontkennen dat er iets aan de hand is. Ze zouden hun eigen opvoedmethoden op onze kinderen loslaten.
‘Je zit er ook veel te dicht bovenop’, zouden ze zeggen.
‘Geef hem mij maar eens een weekje.’
Werkelijk.
En wat zou er gebeuren als ze onze kinderen écht een weekje namen?
Dan kwamen onze kinderen als gewone kinderen thuis.
Met vriendjes. Goed op school. En als eerste boven in de touwen bij gym.
Kijk, en dát kunnen we natuurlijk niet hebben.
[smart_track_player url=”https://soundcloud.com/deblogacademie/dol-op-etiketten-snowball” social_linkedin=”true” social_pinterest=”true” social_email=”true” ]
Vrij te herplaatsen en te verspreiden. Be my guest.